Voor de geïnteresseerden zijn hieronder verschillende wetenschappelijke artikelen/onderzoeken beschikbaar die de effectiviteit/efficiëntie van de toegepaste behandelmethodes onderschrijven.
Er bestaan inmiddels meer dan 20 gerandomiseerde gecontrolleerde klinische onderzoeken naar de effectiviteit van EMDR bij PTSS. Dit maakt EMDR een van de meest geëvalueerde behandeling op het gebied van psychisch trauma.
Volgens de meest recente richtlijnen van de International Society for Traumatic Stress Studies (ISTSS), de American Psychiatric Association (APA) en tal van andere richtlijncommissies, waaronder de landelijke stuurgroep multidisciplinaire richtlijnen in de GGZ (www.ggzrichtlijnen.nl) en de World Health Organization is EMDR, samen met imaginaire exposure, ‘treatment of choice’ voor PTSS. Dit betekent dat EMDR een 1e keus behandeling is.
EMDR werd in wetenschappelijk onderzoek vergeleken met zowel wachtlijstcontrolecondities als actieve behandelingen. Uit diverse meta-analyses blijkt dat EMDR een effectieve behandeling is voor acute en chronische PTSS, waarbij een eenmalig trauma in een beperkt aantal zittingen zodanig kan worden verwerkt dat patiënten niet meer aan de criteria van een PTSS voldoen (bijv. Bisson et al., 2007; Chen, Zhang, Hu, & Liang, 2015; Gerger et al. ,2014; Watts et al., 2015). Een meta-analyse van studies naar het effect van EMDR bij PTSS als gevolg van vroegkinderlijke traumatisering laat ook een relatief groot effect zien (Ehring et al., 2014). EMDR en andere vormen van traumagerichte cognitieve gedragstherapie geven betere resultaten dan reguliere zorg of wachtlijst (Bisson, Roberts, Andrew, Cooper, & Lewis, 2013). De Multidisciplinaire Richtlijn Angststoornissen stelt dan ook “dat EMDR één van de meest in aanmerking komende psychologische interventies bij PTSS is. De methode is effectief en wordt door zijn aard door veel patiënten en therapeuten als relatief weinig emotioneel belastend ervaren”.
De strekking van deze richtlijn komt overeen met die van andere internationale expertpanels en adviescommissies op het gebied van psychotrauma. Zo wordt in de zogenaamde NICE-richtlijn, die internationaal in hoog aanzien staat, van therapeuten verwacht dat ze patiënten met een PTSS niets anders aanbieden dan de evidence-based behandelingen EMDR of trauma-focused-cognitive behavioural therapy (TF-CBT): Gerandomiseerd effectonderzoek laat ook zien dat EMDR onder andere effectief is als er sprake is van PTSS met ernstige comorbiditeit, zoals een psychotische stoornis (Van den Berg et al., 2015; De Bont et al., 2015), specifieke fobieën (bijvoorbeeld Doering, Ohlmeier, De Jongh, Hofmann, & Bisping, 2013), obsessieve compulsieve stoornis (Nazari, Momeni, Jariani, & Tarrahi, 2011) en bipolaire stoornis (Novo et al., 2014). Empirisch onderzoek naar de effectiviteit van EMDR bij andere vormen van psychopathologie is in uitvoering.
https://www.emdr.nl/de-wetenschappelijke-onderbouwing/